MERLINQ
MERLINQ
talent voor vernieuwen

Gesprek over de toekomst naar een dieper niveau

22.09.21 10:39 Reactie(s) Door Bas Evers

Over ontbrekende waarden bij Uber chauffeurs en Amazon dokters

Martijn Arets (expert in platforms en de arbeidsmarkt) constateert dat de opkomst van platformen niet gebruikt wordt voor een bredere discussie over de toekomst van werk. Ik herken het. Ik zie in mijn domein (zorg en welzijn) dat de opkomst van gezondheidstechnologie niet (genoeg) wordt aangegrepen voor een maatschappelijk debat over de toekomst van gezondheid en zorg. Waarom komt zo’n brede discussie over arbeidsmarkt en over zorg zo moeilijk op gang? Waar gaat het gesprek wezenlijk om?

Het is maandagochtend. Vlak voordat ik op de fiets stap komt-ie weer binnen: de wekelijkse nieuwsbrief van platform-expert Martijn Arets. Ik ben fan van Martijn. Hij geeft scherpe duiding aan maatschappelijke ontwikkelingen dankzij platformtechnologie, zonder het contact met alle betrokken partijen te verliezen. En waar hij een gemiste kans ziet neemt Martijn zelf het initiatief om het gat te vullen, zoals met KlusCV dat ‘gig workers’ eigenaarschap over hun reviews en ratings terug probeert te geven. Zodat zij minder afhankelijk worden van monopolistische platforms die hun online profiel én business proberen te bepalen. 

Deze maandag staat de hele nieuwsbrief in het teken van één gebeurtenis: de uitspraak van de rechter in de zaak die vakbond FNV aanspande tegen Uber. (Lees hier hoe Martijn naar de zaak kijkt.) Midden in zijn beschouwing verwoordt Martijn plots zijn teleurstelling: 

“Ik had (met mijn naïeve hoofd) gehoopt dat de opkomst van platformen als excuus zou worden gebruikt voor een bredere discussie over de toekomst van werk."

Aan het einde van zijn reflectie voegt Martijn nog toe dat de wil van de werkende niet relevant lijkt te zijn in het huidige debat over de toekomst van de arbeidsmarkt. Die werkende zoekt volgens Martijn wendbaarheid en autonomie, met een basislaag van zekerheid en een collectief stelsel.

Ego's voorbij

Met Martijn hoop ik ook dat we een serieus gesprek gaan voeren over de toekomst van werk. Je kunt de gang naar de rechter door de FNV zien als een eerste stapje in de goede richting. Tegelijkertijd speelt de FNV het spel niet zuiver en dat kunnen ze ook niet. Want de vakbond is een kat in nood en een kat in nood maakt rare sprongen. De FNV voert deze rechtszaak mede voor de publiciteit, op zoek naar de rechtvaardiging voor haar eigen voortbestaan. De vakbond vertegenwoordigt een aanzienlijk deel van de zzp’ers in kwestie helemaal niet. “Ego” is een achterliggende drijfveer voor de FNV.

Een werkelijke discussie over de toekomst van werk (zonder ego’s van bestaande instituties) is ook een discussie over de toekomst van belangenvertegenwoordiging. Als de FNV dat gesprek met ons allemaal aan zou gaan, zouden ze moeten erkennen dat de vakbond in de huidige vorm gaat verdwijnen. Dat roept een existentiële angst op die - paradoxaal genoeg - maakt dat organisaties zich meer en meer gaan vastklampen aan wat ze hebben, in plaats van open te staan voor het nieuwe. Vraag maar aan Free Record Shop.

Gezondheidsbehoefte

Ik begrijp Martijns teleurstelling heel goed. Ik probeer op mijn manier een brede discussie te starten over de gezondheidszorg van de toekomst. Net zoals de wil van de werkende onvoldoende gezien wordt in de dialoog over werk, is de stem van de zorgconsument een “nagedachte” in het debat over zorg. We moeten het eerst met elkaar hebben over wat Nederlanders nodig hebben om gezond te blijven en hulp te krijgen als het nodig is, om vervolgens de vraag te beantwoorden wie dat gaat leveren en onder welke voorwaarden. In hoeverre is gezondheidszorg een commercieel product en in hoeverre een collectieve voorziening?

Luisteren naar de zorgconsument is niet in het belang van gevestigde partijen in de zorg. De wil van de consument, in combinatie met de spectaculaire groei van zorgtechnologie, gaat ook een boel zorgorganisaties bedreigen in het voortbestaan. Net zo min als de FNV zichzelf zou opheffen zijn zorgverleners bereid te erkennen dat ze in 2040 een veel kleinere rol spelen dankzij een veeleisende consument en exponentieel groeiende toepassingen van informatietechnologie & biomedische techniek. Ook de overheid gaat dit debat uit de weg. Zij wenst technologie vooral te bekijken als kans om zorgpersoneel iets efficiënter te laten werken. Zich verschuilend achter de huidige belangen van de zorginstellingen die de overheid als “marktpartijen” naar voren heeft geschoven om alle problemen op te lossen.

Menselijke waarden

De discussie over de toekomst van werk gaat over de moraal, de ethiek, welke waarde we toekennen aan werk. Wie gaat er bestaanszekerheid bieden aan mensen? De neoliberale overheid laat dit over aan de markt, maar de markt zal niet gaan strijden voor een basisinkomen. De FNV probeert het gat te vullen met een gesprek over “loondienst”. Goed dat de bond de macht van een wereldwijd opererende, met oliegelden gesteunde, monopolist wil breken, maar het gaat nog teveel over de vorm en niet genoeg over de onderliggende waarden waar wij als Nederlanders voor willen staan.

Ook de discussie over de gezondheidszorg van de toekomst gaat over de moraal. Hoe houden we mensen gezond en wat hebben we daarin voor elkaar over? (Een gesprek over de toekomst van werk is hier trouwens integraal onderdeel van. Hoe voorkomen we dat mensen ziek worden van het werk dat ze doen?) De grote techbedrijven gaan sowieso met onze gezondheidsdata en -diensten aan de haal. Amazon Doctors heeft straks lak aan solidariteit. In de zorg zie ik nog geen FNV die ten minste een eerste poging doet Silicon Valley aansprakelijk te stellen voor de maatschappelijke consequenties van hun handelwijze.

Waardevolle alternatieven

Als we met elkaar een goed gesprek voeren over de toekomst van werk en de toekomst van gezondheidszorg, weten we niet alleen beter waar we tegen moeten strijden. Als we de dialoog aangaan vanuit de waarden waar we voor staan, komen we ook op ideeën voor alternatieven. Die alternatieven zijn hard nodig, want big tech bevechten is van de lange adem en knokken alleen is niet genoeg. 

Misschien ligt de toekomst van een taxibranche met respect voor de chauffeur wel in een community van taxichauffeurs die hun eigen algoritme ontwikkelen en zaken doen met de consument via ‘smart contracts’. Misschien ligt de toekomst van een solidaire gezondheidszorg wel in een nieuwe combinatie van zorgcoöperaties en digitale technologie. De moeite waard om verder te verkennen ter bevordering van de volksgezondheid.

Bas Evers

Deel -